From French-Dutch FreeDict Dictionary ver. 0.2: de /də/ 1. v.z. tussen woorden van hoeveelheid en hun bepaling 2. van 3. op de, uit 4. aan, jegens, met, om, op, te, tot 5. door, in ruil voor, op grond van, vanwege, voor, wegens
de /də/ 1. v.z. tussen woorden van hoeveelheid en hun bepaling 2. van 3. op de, uit 4. aan, jegens, met, om, op, te, tot 5. door, in ruil voor, op grond van, vanwege, voor, wegens