From French-Dutch FreeDict Dictionary ver. 0.2: chose /ʃoz/ 1. aangelegenheid, affaire, ding, zaak 2. voorwerp 3. mikpunt, object, onderwerp, lijdend voorwerp
chose /ʃoz/ 1. aangelegenheid, affaire, ding, zaak 2. voorwerp 3. mikpunt, object, onderwerp, lijdend voorwerp